400 kilometer in 8 dagen. Loop je een stukkie mee?
Vrijdag 21 mei trek ik de voordeur achter me dicht in Amsterdam-West. Samen met Klaas (ja, de columnist van Mystical Miles) sla ik linksaf, richting het Rembrandtpark, een park waar ik al honderden keren doorheen rende. Soms zo hard mogelijk op een Strava-segment, soms rustig als start van een rustig rondje.
Vrijdag loop ik er met een ander gevoel dan anders.
Met opwinding.
En spanning.
En zenuwen.
En voorpret.
Dat vooral: voorpret. Het gevoel dat je hebt als je met een tentje en goed gezelschap op weg bent naar de Alpen, met het vooruitzicht van een lege agenda en een hart vol avontuurlijke opwinding.
Klaas en ik gaan 21 mei niet naar de Alpen. We zoeken de avontuurlijke opwinding dichter bij huis. We rennen vanuit Amsterdam 8 dagen op een rij 50 kilometer per dag. Na 8 acht dagen en 400 kilometer zijn we gewoon weer terug in Amsterdam.
Een rondje Nederland.
Amsterdam – Hagestein – Zaltbommel – Ewijk – Kootwijk – Dronten – Lelystad – Amsterdam
Tijden zijn niet belangrijk, de exacte route is niet belangrijk, vertrektijden en aankomsttijden zijn nog niet duidelijk. We zien wel. Het enige dat we zeker weten, is dat er momenten zijn dat we geen zin meer hebben om te lopen: spierpijn, blaren, verveling en vermoeidheid. Lopers weten waarom sommige duurlopen een strijd zijn. Waarom we dan toch zo ver gaan lopen? Omdat lopers ook weten dat na de spierpijn, de zingeving volgt en na blaren, verveling en vermoeidheid, word je beloond. Het is onmogelijk om dat uit te leggen aan niet-lopers. Tijdens de kilometers dat je nergens aan denkt, behalve aan je volgende stap en je huidige ademhaling. Dat is de kunst en de voldoening.
Ja maar waarom dan?
Daarom.
Voor niet-lopers is zo’n antwoord een zwaktebod. Daarom is geen reden. Maar voor mede-lopers is dat de kern. Die snappen het. Niks zwaktebod, we communiceren alleen niet via taal, maar direct van hart-tot-hart.
Als ik echter langer nadenk over onze hardlooptocht van 400 kilometer word ik wel eens droef te moede. Een marathon vind ik een serieus eind. Om dan nog 8 kilometer langer te lopen is pittig. En dat ook nog eens 8 dagen achter elkaar. Kan ik dat wel?
Met mijn brandstoffen zit het wel goed. Ik kan moeiteloos 25 kilometer hardlopen vóór het ontbijt, dus met mijn vetverbranding zit het wel goed. We hebben ook alle tijd om te eten onderweg, dus ik vrees geen hongerklop zoals ik die als wielrenner vroeger tijdens etappekoersen wel eens had.
Mijn spieren, pezen, banden en gewrichten kunnen het ook wel aan. Mijn looptechniek is flink verbeterd de laatste anderhalf jaar en ik kan licht en lekker lopen. Natuurlijk komen er ochtenden met (flinke) spierpijn, maar echte blessures vrees ik niet. We kunnen lichtgewicht lopen, want Janneke rijdt vooruit met een grijns en een camper met tentjes, dus we hoeven niets mee, behalve wat zakgeld voor een kopje koffie onderweg. Voor blaren heb ik wel vrees, maar ja daar moet ik maar gewoon mee verder rennen. Daar ontkom je niet aan, vermoed ik.
Zo’n monstertocht staat of valt met een goed gemoed. Zaterdagochtend begin ik aan dag 2 met de dik vijftig kilometer van een dag eerder in mijn benen. Dan moet ik vooral niet nadenken over de 350 kilometer die nog volgen. De kunst is om in het moment te blijven en te genieten van de vogels in Hagestein.
Ik denk aan één van mijn favoriete personages uit een boek. Straatveger Beppo uit Momo en de tijdspaarders. Beppo kent het geheim van opgaan in het nu.
Wanneer hij de straten veegde, werkte hij langzaam maar gestaag door: bij iedere stap een ademhaling en bij iedere ademhaling een bezemstreek. Stap – ademhaling – bezemstreek. Stap – ademhaling – bezemstreek. Tussendoor bleef hij soms een poosje staan en keek peinzend voor zich uit. En dan ging hij weer verder: stap – ademhaling – bezemstreek —-
Terwijl hij zo doorwerkte, voor zich uit de vuile straat en achter zich de schone, kreeg hij vaak grootse gedachten. Maar het waren gedachten zonder woorden, gedachten die je net zo moeilijk onder woorden kunt brengen als een bepaalde geur, die je je nog net kunt herinneren of een kleur waarvan je gedroomd hebt. Wanneer hij na zijn werk bij Momo zat, legde hij haar zijn grootse gedachten uit. En omdat ze op haar bijzondere manier luisterde, kwam hij los en vond hij de juiste woorden.
‘Zie je, Momo,’ zei hij dan bijvoorbeeld, ‘het zit zo. Soms heeft men een hele lange straat voor zich. Men denkt, die is zo vreeslijk lang – dat krijgt men nooit voor elkaar.’
Hij keek een poosje zwijgend voor zich uit, toen ging hij verder: ‘En dan begint met zich te haasten. En men haast zich steeds meer. Telkens wanneer men opkijkt, ziet men dat men maar niet opschiet. En men spant zich nog meer in en men krijgt het benauwd en tenslotte is men helemaal buiten adem en men kan niet meer. En de straat ligt nog steeds voor je. Zo moet men het niet doen.’
Hij dacht een tijdje na. Toen sprak hij verder: ‘Men moet nooit aan de hele straat tegelijk denken, begrijp je? Men moet alleen aan de volgende stap denken en de volgende ademhaling en de volgende bezemstreek. En steeds weer alleen aan de volgende.’ Weer hield hij op en dacht na voor hij eraan toevoegde: ‘Dan heeft men er plezier in; dat is belangrijk, dan doet men zijn werk goed. En zo moet het.’
En nog eens na een lange onderbreking vervolgde hij: ‘Opeens merkt men dat men stap voor stap de hele straat gedaan heeft. Men heeft het niet eens gemerkt en men is niet buiten adem.’ Hij knikte bedachtzaam en eindigde met de woorden: ‘Dat is belangrijk.’
Mijn mantra voor de 400 kilometer is eenvoudig: Beppo – stap – ademhaling. Beppo – stap – ademhaling.
En opeens merk ik dat de 400 kilometer voorbij is.
Maar voor het zover is, nog een paar daagjes voorpret. 21 mei lopen we weg.
Wil je af en toe een teken van leven en zien waar we uithangen? Op Mystical Miles plaatsen we af en toe een berichtje en op de Instagram van Mystical Miles zie je of we die dag gehaald hebben.
Enne: als je een stukje mee wilt lopen, geef een gil.
—————————————————————————————-
Hier (globaal) de route:
21 mei
Amsterdam – Hagestein
22 mei
Hagestein – Zaltbommel
23 mei
Zaltbommel – Zaltbommel (2 Rivers Marathon)
24 mei
Zaltbommel – Ewijk
25 mei
Ewijk – Kootwijk
26 mei
Kootwijk – Dronten
27 mei
Dronten – Lelystad
28 mei
Lelystad – Amsterdam
Tot dan?