Protest tegen apartheid

Protest tegen apartheid

Door: Bruce Fordyce

“Wist je altijd al dat je een goede hardloper was, Bruce?“
“Goed, ja, maar in staat om wedstrijden als de Comrades Marathon te winnen, nee. Dat was een droom die eerder thuishoorde in de wereld van de fantasie.”

Eens, vele jaren geleden, was ik met een aantal schoolvrienden aan het wandelen over een lang wit strand bij Plettenberg Bay, waar de Keurbooms Rivier uitmondt in de Indische Oceaan. We lachten en maakten grappen en plaagden elkaar zoals schooljongens doen. Ik keek op en zag ineens een grote zwerm zeevogels – meeuwen, sternen, en aalscholvers – zittend en slapend boven op een groot duin dat glinsterend naast de riviermonding lag. Plotseling klonk er een oerstem vanbinnen: “Go!’ En ik sprintte weg, over het harde zand richting de vogels. Ik versnelde, rende steeds harder en harder, en voelde een intense blijheid, gecreëerd door de snelheid, het vlugge ritme van mijn bewegende benen, mijn hijgende longen, en het klappen van mijn blote voeten over het zand. Ik bleef maar gaan en het leek of ik onverslaanbaar was. Ik werd maar niet moe. Toen ik dicht bij de vogelkolonie was, zag ik dat de dieren opgewonden en nerveus werden. Een paar dozijn koppen draaiden in mijn richting. Nog sneller ging ik en uiteindelijk vloog ik over het zand. De vogels stoven weg in een explosie van geluid, een witte wolk van gierende meeuwen, schelle sternen en sissende aalscholvers. Ze cirkelden boven mijn hoofd, gillend van protest en woede, en draaiden vervolgens helemaal om me heen. Veren vlogen alle kanten op, vleugels klapten in het wild. De vogels protesteerden luidkeels terwijl ik ondertussen verder liep, tot aan de waterkant en uiteindelijk in de rivier dook. Onder water draaide ik om en zag de vogels nog steeds boven me, nu door het blauwe filter van het water. Toen ik weer boven kwam was ik vol verwondering. Ik glimlachte en dacht “Bruce, jij kan rennen. Jij kan heel hard rennen en ook nog eens heel lang…

Het Apartheidsregime van Zuid-Afrika was in 1981 vastbesloten om de twintigste verjaardag van het uitroepen van de republiek te herdenken op 31 mei van dat jaar. De bevolking van Zuid-Afrika zou Republic Day vieren, of men nu wilde of niet. De triomfantelijke slogan voor de feestelijkheden: Unity in Diversity, ‘eenheid in verscheidenheid’. De week voorafgaande aan 31 mei werden er verscheidene culturele, religieuze en andere evenementen georganiseerd. Zo waren zagen mensen militaire parades, vliegtuigshows, en Voortrekkers-optochten. Maar er waren ook sportevenementen en een daarvan was de Comrades Marathon, de beroemdste wedstrijd in Zuid-Afrika, negentig kilometer over de lange heuvels van de provincie Natal. De Comrades organisatie had overigens pas laat besloten de wedstrijd deel te laten zijn van de feestelijkheden.

In Chariots of Fire, de film die in 1981 een Oscar won voor Beste Film, zien we een onwaarschijnlijke scene waarin de devote Christelijke missionaris Eric Liddell te horen krijgt dat zijn wedstrijd (de 100 meter) op een zondag gehouden zou worden, de sabbat, de dag waarop niet gewerkt mocht worden. Hij weigerde te lopen. Gelukkig voor Liddell was daar een alternatief. Hij zou later die week wel de 400 meter kunnen lopen, hoewel dit verre van zijn favoriete afstand was. Liddell liep en won, in een wereldrecord.

Voor ons was er dit keer echter geen keuze. Voor de jonge en gedreven lopers onder ons, ideologisch tegen elke vorm van discriminatie, was er grote consternatie toen we hoorden dat de Comrades deel zou uitmaken van de Apartheid feestelijkheden. Het nieuws schokte ons. De slogan van de regering mocht dan Unity in Diversity zijn, die van ons was No cause to Celebrate, ‘Geen reden om te feesten’. En dat klopte ook. Zuid-Afrika stond destijds bekend als de ‘Slechterik van de Wereld’. Er is in dit verhaal veel te weinig ruimte om alle zonden van ons land in detail te beschrijven; we werden geregeerd door de angst en het kwaad. Mensen konden zonder enige vorm van proces in de gevangenis belanden, velen werden vermoord (Steve Biko was in 1977 de meeste bekende), tegenstanders werden omgebracht, politieke partijen met een tegenwoord werden verboden, het land werd door de hele wereld op sportgebied van alle evenementen uitgesloten. Nelson Mandela en andere helden warden op Robben Eiland in de gevangenis gesmeten. Zelfs de voorzitter van onze hardloopclub, Auret Van Heerden, bracht tien maanden in een isoleercel door.

Toen we hoorden dat de Comrades Marathon besloten had deel uit te maken van al dit kwaad vroegen velen van ons zich af of we de wedstrijd dit jaar niet moesten boycotten. Velen deden precies dat en trokken zich terug. Ik was wellicht zelfzuchtig, maar vond dat ik dit niet kon doen. Ik kon niet een Eric Liddell uit Chariots of Fire zijn en eventjes een ander evenement vinden. Ik wilde de Comrades zo verschrikkelijk graag lopen want ik had een zeer grote kans om dit jaar te winnen. Mijn trainingen de afgelopen maanden waren goed verlopen. In 1979 was ik als derde geëindigd, het jaar daarna finishte ik slechts twee minuten na de winnaar.

Om mij te overtuigen dat ik dit jaar, 1981, voor de zege zou moeten gaan, nodigden Dave Hodgskiss en John Bush, twee oudgedienden van mijn hardloopvereniging, mij uit om eens koffie te gaan drinken.
“Bruce, je weet dat de Comrades Marathon een wedstrijd is met vele tradities en rituelen.” Dat is waar, wist ik, de groene startnummers voor hen die de wedstrijd minimaal tien keer hebben uitgelopen, de verschillende kleuren medailles, de wisselende richting van het parcours (het ene jaar voornamelijk heuvel op, het andere jaar grotendeels heuvel af), het hanengekraai van Max Trimborn vlak voor elke start, de wrede cut-off gun, die de wedstrijd meedogenloos na exact 12 uur afschiet. Maar, vertelden zei, naast deze vele rijke tradities is het ritueel om de winnaar vlak voor de finish een kleine langwerpige koker, de winner’s baton, te geven wellicht de mooiste. Als de winnaar of winnares van de wedstrijd het stadion binnenkomt en de ronde over het gras loopt richting de finish geeft een official of vrijwilliger de loper de winner’s baton. Opgerold in de koker zit een brief geschreven door de burgemeester van de stad waar dat jaar de startstreep lag, gericht aan de burgemeester van de stad waar gefinisht wordt. De brief wordt na de finishlijn overhandigd en voorgelezen aan het publiek. Het is een zeer emotioneel moment. “Bruce,” vertelden Dave en John, “jij bent de enige person die wij kennen die de winner’s baton over de finish kan en mag dragen. Doe het voor jezelf, voor je clubgenoten, voor je familie en voor iedereen die van je houdt. Now go and do it.” Ik had geen verdere motivatie nodig…

Een paar dagen voor de wedstrijd kwam onze club met het voorstel dat als wij onze woede rond de inclusie van de Comrades in de Republic Day-feestelijkheden wilden uiten, wij tijdens de race zwarte armbanden zouden kunnen dragen. Dit leek ons een goed idee en velen besloten dit te doen. Ik was dus de enige niet die dag, hooguit de meest in het oog springende. De dag voor de start was ik echter zo met mijn voorbereiding bezig dat ik volledig vergeten was ergens een armband te vinden. Uiteindelijk kwam mijn vriendin Annie Freemantle op het idee om haar gele hoofdband te gebruiken. We kookten de band in zwarte inkt, vormden het in een (soort van) armband, en het bleef nog wonderwel nog zitten ook.

Ik kreeg ondertussen een bericht van een vriend die zijn dienstplicht deed bij de militaire inlichtingendienst, gelinkt aan BOSS, de gevreesde Bureau of State Security. Hij waarschuwde me dat inlichtingen- en veiligheidsdiensten hadden vernomen dat sommige lopers van plan waren zwarte armbanden te dragen tijdens de wedstrijd. Hij had gehoord dat er ‘aantrekkelijke’ en ‘vriendelijke’ toeschouwers langs het parcours zouden staan om bepaalde lopers water of sportdrank, gemengd met ziekmakende chemicaliën, aan te rijken.
“Ik ken je goed, Bruce,” vertelde hij, “en weet dat je de verleiding niet zal kunnen weerstaan om water aan te nemen van een mooie glimlachende vrouw. Neem alleen drinken aan van de mensen van je eigen support crew.”

Wandelend van mijn hotel naar de start voelde ik mij als een ter dood veroordeelde man. Ik was nerveus, natuurlijk want dat ben je altijd vlak voor een grote wedstrijd en ik was een van de favorieten. Maar ik kon ook de openlijke vijandigheid voelen van vele medelopers en ook vanachter de hekken waar drommen toeschouwers stonden. Velen schudden teleurgesteld hun hoofd. Ik werd ontweken, niemand praatte met me. Ik voelde me daar bij de startstreep verschrikkelijk alleen, maar dwong mijzelf te concentreren op wat voor me lag.

Spletsh, een loper kwam vanuit een klein groepje naar me toe en smeet een tomaat naar me. “You fucking Commie”, brulde hij. Mick Winn, de starter van de wedstrijd, en een paar anderen duwden hem weg voor hij nog een tomaat kon gooien. Maar ik was boos, en verontwaardigd.
“Gebruik de woede”, zei ik tegen mijzelf. “Gebruik de kracht, maar gebruik het als een langzaam brandende lont, niet als een kortstondige explosie. Laat de woede langzaam smeulen, negentig kilometer lang…”

De hanenkraai van Max Trimborn galmde in de vroege en nog donkere ochtend en seconden daarna klonk het startschot. Ik keek om me heen en zag direct Alan Robb, fan van Liverpool, met zijn rode sokken. Ik zag Johnny Halberstadt met zijn aparte loopstijl, zag de slappe pet op het hoofd van Hosea Tjale. Dit zouden vandaag de belangrijkste tegenstanders zijn. De vroege kilometers worden nog in het donker gelopen. Als de zon eenmaal op is, begint het parcours meteen te stijgen. De eerste helft van de Comrades Up Run is eindeloos klimmen. Daar zijn beruchte heuvels als Cowie’s Hill, de vier kilometer-lange worsteling tegen Field’s Hill op, Botha’s Hill, en de machtige Inchanga (het Zoeloe woord voor ‘lemmet van een mes’) die de lopers meteen na halfweg op moeten lopen.

Ik zag een familie langs de kant staan, schouder aan schouder, en toen ik langs ze rende schreeuwden ze in alle toonhoogten, van bariton tot sopraan: “boe, boe, boe” Even later vloog er weer een tomaat in mijn richting, meteen daarna een ei. Dit alles maakte me alleen maar bozer. Ik passeerde Drummond Village (halfweg) en voelde me nog steeds sterk. Ik was zes minuten sneller dan het vorige jaar toen ik derde werd. I was much ‘closer to the action’. Inchanga was lang, maar gaf me geen problemen.

Voor me, rennend door groenen velden met rietsuiker, zag ik de verrassende leider in de race Chris Mkhize. Hij had het moeilijk. Ik liep snel naar hem toe. Johnny Halberstadt, die tot dan toe niet van mijn zijde was geweken, liet me gaan. Ik zag dat Chris een spons aannam bij de volgende verversingspost. Hij wankelde en liet de spons vallen. Ik gaf hem die van mij, liep verder, en keek om. Ik lag aan de leiding van de Comrades Marathon. Mijn voorsprong was niet heel groot, Mkhize en Halberstadt liepen vlak achter me. Maar er was niemand meer voor me… Mijn benen voelden nog steeds goed. Ik besloot te versnellen en ineens was ik weer die schooljongen op dat strand van Plettenberg Bay, vlak bij de monding van de Keurbooms Rivier, met meeuwen en sternen, schreeuwend en gillend om me heen. Met dat beeld in gedachten rende ik zo hard ik kon, voor zo lang ik kon. Ineens waren daar kippenvel en adrenaline en pure opwinding. Ik schreeuwde in stilte naar mijzelf: Yes, you could win this race!

Spletsh. Daar vloog weer een tomaat tegen mijn singlet. De tomaat werd gevolgd door een stroom van scheldwoorden. Dat bracht me weer terug op aarde. Alle langeafstandslopers zijn bekend met de vermoeidheid en pijn die komt aan het einde van een wedstrijd. Om opkomende krampaanvallen te pareren veranderde ik mijn loopstijl, dan weer lopend met mijn voeten naar buiten gekeerd, dan weer naar binnen, lange passen nemend heuvelaf om mijn hamstrings te rekken, korte pasjes heuvelop. Alsof mijn gevecht met de heuvels, met mijn eigen vermoeidheid en met de tegenstanders niet genoeg was, was daar ineens ook nog de truck van ons nationale televisiestation SABC. De crew wilde mij filmen zonder de zwarte armband te laten zien. De truck reed aan de kant van de weg waar de band niet zichtbaar was. Dus haalde ik de band van mijn ene arm en deed hem om de andere. De truck ging naar de andere kant van weg. Ik wisselde de band weer. Vrij komisch allemaal, ware het niet dit het natuurlijk om zeer serieuze zaken ging.

Toen ik eindelijk het Jan Smuts Stadion in Pietermaritzburg binnenrende sprong er ineens een jongen voor me die druk gebarend de magische winner’s baton boven zijn hoofd hield. Hij schreeuwde naar me: “Bruce, Bruce you have to take this.” De paniek op zijn gezicht gaf aan dat hij bang was dat de overdracht niet goed zou gaan. Ik dacht meteen aan die kop koffie die ik gedronken had met John en Dave en de woorden die zij toen zeiden: “Jij bent de enige person die wij kennen die de winner’s baton over de finish mag dragen. Doe het voor jezelf en voor iedereen die van je houdt.”
“Maak je geen zorgen”, zei ik tegen de jongen. “Ik verwachtte je al. Dankjewel voor dit mooie moment.”

Ik geloof niet dat er ooit een Comrades Marathonwinnaar is geweest die de winner’s baton niet omhoog en richting de hemel heeft gehouden. De baton trekt je arm onweerstaanbaar naar boven, als Excalibur, het legendarische zwaard van Koning Arthur, of de toorts van het Vrijheidsbeeld. Door de jaren heen ben ik gaan realiseren dat de baton niet zomaar een kleine koker is met een handgeschreven boodschap. Het is veel en veel meer. Het is een signaal, een sirene, een vlag, een boodschap aan de duizenden toeschouwers in het stadion en de miljoenen die thuis televisie aan het kijken zijn. De omhooggehouden koker geeft de winnaar het recht om te verkondigen dat, ja, ik vandaag heb gewonnen, maar dat na mij straks de meest bijzondere mensen komen die jullie ooit zullen aanschouwen. Na mij komen de moedigste, de taaiste en de meest toegewijde mensen die je op aarde tegen zal komen. Ga staan en laat je verbazen want deze mensen hebben de hele dag gevochten met hun eigen menselijke kwetsbaarheid, deze mensen hebben de godganse dag geworsteld tegen de heuvels op, elkaar aanmoedigend en ervoor zorgend dat de ander ook de eindstreep zal halen. De meesten van hen die straks gaan komen zien er niet uit als getrainde atleten, zijn genetisch misschien niet eens geschikt voor een wedstrijd als deze. Zij hadden wellicht niet de ouders die ik had. Als ik over de eindstreep stap zijn velen van hen nog niet eens halverwege dit loodzware parcours. Maar ook zij zullen straks komen en over de eindstreep lopen. Zij zijn onderweg en ze zullen jullie allemaal met open mond en grote ogen laten verbazen, tot in de late namiddag en voorbij de ondergaande zon. Standby to be amazed… Ook dit is de Comrades Marathon.

Twee dagen later kwam ik terug in mijn studentenflat in Braamfontijn, een buitenwijk van Johannesburg. Er was ingebroken. Alle laden waren leeggegooid op de vloer. Dingen waren kapot. Iemand had geürineerd op mijn bed. Het was een waarschuwing, waarschijnlijk van de veiligheidspolitie. Ik probeerde er niets van aan te trekken. Ik had de winner’s baton over de eindstreep gedragen, ik had de gouden medaille in mijn tas bij me. Maar ik was toch wel erg van streek toen ik zag dat mijn favoriete Led Zeppelin album (het magistrale Led Zeppelin IV met Stairway to Heaven) met een mes bewerkt was…

Tot vele maanden na de wedstrijd werd ik lastiggevallen en vooral door conservatieve hardlopers. “Waar is je armband vandaag, Fordyce, schreeuwden ze dan naar me. Als antwoord legde ik dan de hand op mijn hart en riep terug: “De armband is hier, in mijn hart, waar hij thuishoort.”

Na een tijdje trok ik me niets meer aan van alle kritiek. Ik ging nadenken wat ik met de rest van mijn leven zou gaan doen. Moest ik een baan zoeken? Met hardlopen viel niet veel geld te verdienen. Ik besprak het met mijn ouders en zij gaven me het beste advies dat ik ooit kon verwachten. “Je bent een uitzonderlijk goede hardloper, Bruce. Dit moet je blijven doen, het is je toekomst. In het hardlopen ga je zingeving vinden.”
Rond die tijd kwamen van verschillende kanten ook de eerste steunbetuigingen binnen voor ons protest met de armbanden. Ze kwamen vooral van de gevangenen op Robben Eiland. Vele jaren later toen ik van Nelson Mandela de President’s Award mocht ontvangen zei hij dat ons protest die dag zeer gewaardeerd werd door de politieke gevangen daar.

Op een namiddag zat ik met een biertje voor me te luisteren naar muziek en na te denken over de richting die mijn leven zou kunnen nemen. Opeens hoorde ik een van mijn favoriete songs op de radio. Het was The Boxer van Simon and Garfunkel en het was het laatste refrein van dat beroemde lied dat bij mij van binnen na bleef galmen.

“In the clearing stands a boxer
And a fighter by his trade
And he carries the reminders of every glove that laid him down and cut him
Till he cried out in his anger and his shame
“I am leaving, I am leaving”
But the fighter still remains…”

En ik hoorde diep in mijn ziel de boodschap, and so I remained.

 

Naschrift

Toen Bruce Fordyce in 1918 de Comrades Marathon liep zat zijn goede vriend Andrew Boraine, voorzitter van de National Union of Students, in eenzame opsluiting in de gevangenis. Hieronder zijn herinneringen aan die bewuste dag.

In 1981, on 31 May (Republic Day), the National Party was intent on celebrating 20 years of the white republic. And we in the student movement at the time – COSAS, AZASO and NUSAS, were hell bent on opposing them. Their slogan: Unity in diversity. Our slogan: No cause to celebrate.

In the week preceding Republic Day, we held joint anti-Republic Day rallies on campuses around the country. I remember addressing a huge meeting in the Great Hall at Wits on 25 May, together with COSAS President Wantu Zenzile, Paul Davids of the Natal Indian Congress, Wits SRC President Sammy Adelman, and Black Student’s Society President David Johnson and others.

Two days later, we held a similar mass rally at UCT. At both rallies, the South African flag was burned, which National Party politicians and their supporters and newspapers declared acts of treason.

That same afternoon, after the UCT rally, I was detained in terms of security legislation at the NUSAS offices in Obs and taken to the Milnerton Police station, where I was cut off from what was happening around the country in the build-up to Republic Day. What I did know was that the Comrades Marathon was scheduled to be run on the 31 May. Initially, Wits SRC member and promising young runner Bruce Fordyce had decided to boycott the Comrades Marathon when organisers announced that they would associate it with the 20th anniversary of the Republic of South Africa. However, I knew that after consultations, Bruce and number of other progressive athletes decided to compete wearing black armbands to signal their protest.

The day after the Comrades, sitting in my cell, I asked a policeman who the winner was. No, he shrugged, he didn’t know. I found this a bit odd. Later that day, I asked two other policemen who had won Comrades. One of them replied angrily: ‘Daai fokken kommunis met die lang hare het gewen’. I asked what his name was. ‘Nee, daai fokken moffie’ was all he could splutter. Later, as I walked laps around my cell, I punched the air in triumph. I knew it had to be Bruce who had won Comrades. And with a black armband. The next week, still detained and incommunicado, I was bundled at midnight into a security police car and driven to Pretoria Central Prison. It took quite a few more weeks before I could confirm that Bruce had in fact won Comrades, the first of his incredible nine victories.

 

Correspondentie tussen Bruce & Hans

30 december 2021, 18:50
Dear Bruce,

Delaine Cools of the Comrades Marathon Association was so kind to forward me your email address. I trust you’re well and manage to keep covid at bay.

We recently launched a running magazine that consists solely of stories. It’s called Mystical Miles. We feature literary stories long and short from around the world, written exclusively for us. Also: narrative journalism, history, poetry, anything to inspire the runner and to allow the runner to dream away to faraway lands or towards distances deemed impossible. We also like historical stories and our past editions (we appear 4x a year, #3 dropped last month) had stories on the origins of cross country, an account of Mandela’s affection for running and the Comrades Marathon and others. I enclosed a pic of our recent cover.

I am well aware of your stature in South Africa and your stance during the Apartheid era. Reading of you wearing a black armband back in 1981 greatly impressed me. Would you be interested in writing a piece for us, specifically about the 1981 race, your thoughts concerning Apartheid and the decision to don the armband?

Please let me know and if yes we can discuss further details.

Kind regards,
Hans

31 december 2021, 15:20
Hi Hans thanks for the email. I would be happy to write something for you. Actually I am busy writing a book now which features my 1981 Comrades run. However I am in Mozambique on holiday until 4th January. I have limited connectivity. Please could I ask you to remind me on the 5th of January
Thanks
Bruce

08 maart 2022, 11:45
Dear Bruce,
Apologies for the long delay. I hope all is well with you in SA. Would you still be interested in writing a piece about your 1981 Comrades and specifically your thoughts at the time regarding the Apartheid regime (and subsequent decision to run with the black armband…)? If so, we’d be delighted and I’m sure our media would be interested in hearing more, which may help the sale of your book. We’d also help communicate your book. Please let me know your thoughts. If yes, I’d leave length andformat up to you but please keep it under 3000 words. 2000w would be ideal.
Hope to hear from you. Stay well.
Hans

10 maart 2022, 13:50
Hi Hans
I am happy to write a piece for you but I will need some time to write it. This week is imposible. Can I ask you to remind me next week
Thanks
Bruce

29 maart 2022, 12:06
Dear Bruce,
Trust all well in SA. My neighbourhood in Amsterdam is filling up with Ukrainian refugees. We’ll go running with a few of them next week.
We’re planning the content for our next edition and were wondering if you still haver time to write a piece about your 1981 Comrades, specifically your decision to wear the black armband. I mentioned 2000 words below but 1200-1500 would be fine as well. Or, actually a not length as we’re very interested in the story… Ideally we’d like to have it by end April, early May. Please let us know if we can still add it to the list or perhaps move it to a later edition (we appear four times a year).

Stay well,
Hans

29 maart 2022, 14:00
Hi Hans
Thanks for your reminder. I am very keen to write the piece as I need a portion of it for a book I am writing. However I have a hectic April where I will be travelling a lot so it’s probably best to shift my story out to a later magazine. Hope that’s ok
Thanks
Bruce

21 juni 2022, 8:39
Dear Bruce,

I hope all well with you. In a few weeks I am inviting all Dutch Comrades runners to my house for a short info session, taking away some unknowns and instilling a bit of fear and enthusiasm in their souls.
Would you still be open to write a piece for us on your 1981 Comrades run? Please let us know. I can follow up with a phone or video meeting if needed.

All the best,
Hans

21 juni 2022, 11:26
Yes that’s fine Hans. However I am overseas now in London back on the 4th July. Can you remind me then. Also if you’re getting all the Dutch runners together why don’t we link up via zoom or something and let’s chat
Thanks
Bruce

21 juni 2022, 10:33
Bruce,
I’ll remind you early July. Awesome. The Comrades session is Sunday 3 July, from 11am to around 1pm our time which is I think SA time as well. Would be very very very nice to have you as a surprise guest. I’ll send you a Zoom link for that day, 1130am. Please let me know if that time is okay.

Thanks again!
Hans

21 juni 2022, 14:24
Unfortunately I’m travelling on the 3rd July. I can try but might be tricky
Bruce

19 july 2022, 12:32
Dear Bruce,

I hope all well in SA. We’re going through a heatwave here in Amsterdam – 35C+, even hotter in London today I hear. Would you still be able to contribute to our magazine?  It may be a rough draft as we’d translate anyway. If I may have a postal address we’ll end the latest copy to you.

Regards, Hans

23 juli 2022, 19:34
Apologies Hans it looks as if I’m avoiding you, but I promise I’m not. With the first Comrades being run at the end of next month I am absolutely hectic. I’m giving 18 club talks and have a weekly column in a newspaper
The 1981 comrades is very important to me and I will be writing my second book on it and running at the time.

I need to get it exactly right and the piece I will write for you would be the basis for my book.
So I hope you will indulge me and let me write it in September when the pressure will be off?
Kind regards
Bruce

25 oktober 2022, 12:41 Dear Bruce, 
Just checking in to see if all okay in SA. Would you still have time to contribute a piece for us?
Kind regards, Hans

25 oktober 2022, 12:47
Hi Hans
Yes I could do that. Please remind me on Monday and I should be able to start
Cheers

Bruce
PS What length did you have in mind?

28 oktober 2022, 12:51
Bruce. Great. I’ll send a reminder on Monday. Would 1500 words be ok? May be longer if you have time etc..

01 november 2022, 10:47
Dear Bruce. Trust all okay. Unseasonably warm in Amsterdam and took advantage of that to do an old-fashioned hill session the local forest. Almost felt like old days, almost. Please let me know your thoughts on your writing.
Cheers,
Hans

1 november 2022, 11:26
I’ve started it. I am away now for a few days in the KZN Drakensberg . Should finish it next week. Please give me a prod on Monday.
Thanks
Bruce

01 november 2022, 12:53
I will. Thanks and enjoy the Drakensberg

14 november 2022, 9:09
Hi Hans
Almost finished. Should have it with you by Thursday
Thanks
Bruce

14 november 2022, 19:21
Lekker, lekker, Bruce. Baie dankie. Hans

15 november, 2022, 8:39
It looks like it might be too long 2750 words ? Does that matter?
B

15 november 2022, 10:34
Nope. Looking forward to it!

18 november 2022, 15:43
Almost finished Hans. Looking for a photo and then one last check for mistakes. Thanks for your patience
B

18 november 2022, 16:34
Thanks Bruce. I have the Comrades folks look for pictures. So no worries there…

18 november 2022, 18:35
Doubt that they have any photos from 1981.

22 november 2022, 7:50
Hi Hans
Sorry for the delays. You will have my article end of today or latest first thing tomorrow
Thanks
Bruce

22 november 2022, 13:33
Here it is finally Hans
Thanks for your patience
B

22 november 2022, 14:47 Dear Bruce, 
I read it in one take, hardly breathing. This is a very special piece of writing…. The piece by Andrew Boraine an unexpected bonus. Wonderful. You did a very courageous thing back then, Bruce. I think you put that sense of destiny but also that sense of commitment, of ‘doing the right thing’, incredibly well into your writing.
Thanks, thanks, thanks.

We’ll send you copies once we have the magazines printed. Is below address the right address to send the magazines to?
Please send us a brief bio and recent picture so we can post this with the other authors.

Hans

22 november 2022, 16:12
Thanks Hans. I’m hoping to write a bigger book on the 1981 Comrades and other races so this was a good warm-up. The address is correct but I doubt I will ever receive it. Our postal system has collapsed. Might be better to send a copy to my son in London.
Thanks
Bruce

22 november 2022, 18:20
Thanks again, Bruce. We’ll send a few copies to London.
Hans

 

Dit is een verhaal uit Mystical Miles Magazine – editie 7

Mystical Miles #7

 

Dit verhaal van Bruce Fordyce is te lezen in editie 7 van Mystical Miles. Bestel het losse nummer voor nog veel meer mooie verhalen of word abonnee en ontvang het magazine 4x per jaar op je deurmat.