Jere van Dyk; de loper, de gevangene, de journalist.
Jere van Dyk is een voormalig hardloper voor de University of Oregon. Zijn artikelen voor The New York Times over de Sovjet-invasie in Afghanistan leverde hem een Pulitzer Prize-nominatie op. Veel van zijn artikelen en rapportages (o.a. voor CBS) spelen zich af in afgelegen en gevaarlijke plekken op aarde, zoals Afghanistan en Pakistan. Zijn boek Captive –
My Time as a Prisoner of the Taliban is in het Nederlands vertaald als Gevangene van de Taliban.
De adviezen over leven in coronatijd – die hij in zijn verhaal voor Mystical Miles beschrijft – zijn in april 2020 gepubliceerd in The Wall Street Journal.
“Elke ochtend deed ik push-ups. Elke ochtend ging ik op mijn rug liggen en duwde mijn benen omhoog, handen in de zij, en bewoog mijn benen alsof ik aan het fietsen of hardlopen was. In gedachten was ik de kleine jongen die met zijn vader leert fietsen. In gedachten was ik de loper op de training, luisterend naar de coach naast de baan. Als ik wilde ontsnappen, moest ik fit zijn om lang en snel te kunnen rennen. De oefeningen deden me ontspannen.
Op een dag vertelde een van de bewakers dat de zoon van een Taliban-bevelhebber een nieuwe nier nodig had. Misschien zouden ze die van mijn nemen. Dat was alles. Hij ging weg en ik bleef achter, rondjes lopend in de ruimte. Ik vertelde tegen mijn bodyguards en mijn gids dat ik zou ontsnappen. Ik zou ontsnappen en wegrennen. Later die nacht werden we naar buiten geleid om gebruik te maken van een klein houten toilet. Een bewaker kwam naar me toe. Hij zei dat als ik zou proberen te ontsnappen, als ik weg zou rennen, hij me als een dolle hond zou achtervolgen.”
